Dieselgemaal De Biezen is in 1926 gebouwd op de plaats van de wipwatermolen die tot 1921 de polder De Biezen en de delen De Eng, Gouwenes en de Mafit heeft bemalen. De waterlopen naar het gemaal dateren nog uit het windmolentijdperk.
Het gemaal is uitgerust met een dubbel aanzuigende centrifugaalpomp, fabricaat Jaffa Utrecht, met een capaciteit van 60 m3/min. bij een opvoerhoogte van 1,00 m. De pomp wordt aangedreven door een Crossley van het type O120.
De Crossley is gebouwd in Manchester en heeft een cilinderinhoud van ongeveer 32 liter. De motor, een 1 cilinder, heeft ongeveer 50 PK bij 260 toeren per minuut. Het is een ruw-olie-motor. Dat betekent dat hij op alle soorten olie kan draaien. Dit werd gedaan omdat deze machine over de hele wereld opgesteld werd. Omdat de olie niet hetzelfde was, werd een motor gebouwd die kon draaien op kokosolie en gewone diesel. Ook kan de motor op hele dikke stookolie draaien. Hiervoor is een handige oplossing bedacht. Men start met een lichte oliesoort in een speciaal hiervoor aangebracht bakje. De dikke stookolie wordt via een voorverwarmer, die aan de uitlaat vastzit, dun gestookt en na verloop van tijd zet men een handel om en de motor loopt op stookolie. De omgekeerde volgorde geldt als men de motor wil stopzetten. Als de motor afkoelt met de stookolie in het brandstofsysteem is de ramp niet te overzien en kan alles uit elkaar gehaald en schoongemaakt worden.
Het brandstofsysteem werkt met inspuiting die aangestuurd wordt via een buiten liggende nokkenas. Ook zit er een regulator op dit systeem. Deze regelt dat het toerental altijd stationair is en blijft. De motor had in de begintijd al een centraal smeersysteem. Hiervoor is op de buiten liggende nokkenas een excenter aangebracht die iedere keer een klein druppeltje olie toelaat in een glazen buisje. Dit glazen buisje is gevuld met een vloeistof die zwaarder is dan de olie. Hierdoor gaat het druppeltje drijven. Aan de bovenkant van het glazen buisje zit een leiding die naar het te smeren punt loopt. Hierdoor loopt het druppeltje olie en smeert het betreffende punt.
De motor wordt gestart via druklucht. We starten de motor met 20 Bar. Daarna zetten we de motor op het juiste punt en starten met de inlaatnok op halve compressie. Als de lucht de motor de juiste snelheid heeft gegeven, schakelen we over op volle compressie. Daarna loopt de motor. Om voor de volgende keer weer lucht te hebben, heeft Crossley er ook een compressor bij geleverd. Deze wordt via een riemaandrijving in werking gesteld. Dan pompen we de luchtdruktank weer op tot 20 Bar. Waar een motor draait, wordt ook warmte ontwikkeld. De motor heeft een open watergekoeld systeem. Het warme water stijgt en gaat via een groot koelvat weer naar de motor terug. Als de hele dag met de motor gedraaid wordt, wordt ook het koelvat te warm en kunnen we via een waterpomp, die ook weer via een riem aangedreven wordt, buitenwater toevoegen aan het koelvat zodat de motor met lauw water gekoeld wordt en niet met het koude buitenwater.
Als we willen malen, moet er eerst een vacuüm in de pomp gecreëerd worden. Voor dit doel staat er naast de pomp een vacuümpomp, die met een riem wordt aangedreven. Als er eenmaal een vacuüm is, kan de vacuümpomp uitgezet worden en de centrifugaalpomp pompt het water vanuit de polder naar het Merwedekanaal.
Ook de polder aan de overkant van het kanaal wordt bemalen. Onder het Merwedekanaal loopt een buis met een duiker.
Openingstijden
Gemaal De Biezen is voorlopig niet geopend.